Dirk Bult, alhoewel een klein mannetje, is een groot denker. Reeds toen hij een kind was, was er geen vraag zo moeilijk of Dirk wist het antwoord erop. Dat schepte afstand tussen hem en zijn leeftijdsgenoten. Die waren wat dommer. Per slot van rekening is het toch nog altijd zo dat drie/kwart der mensheid met de mond vol tanden staat als het om moeilijke zaken gaat.
Dirks juffen, meesters en leraren hadden soms een broertje dood aan het kleine jongetje. Met lede ogen zagen ze zijn opzwepende vinger. Tussen een zee van andere vingers kon je die van hem nog negeren en domme of middelmatige leerlingen een beurt geven. Maar vaak was Dirks vinger de enige, en meestal wist hij het ook nog beter dan de meesters, die ook niet altijd van alle markten thuis waren. Dirk was dat wel. Toen hij acht was, had hij de hele encyclopedie gelezen, zo’n volksuitgave van Elsevier. Hij fotografeerde de bladzijden in zijn hoofd leek het wel, want hij kon jaren later alles nog woord voor woord weergeven.
Dirk had de wereld al gauw door. Hij wist op jeugdige leeftijd dat het om de centen draaide. Al in de eerste klas gooide hij in plaats van centen knopen in het zendingsnikkertje, die nog blij ‘dank-je-wel’ knikte ook. Op het bord tekende hij uit, hoe dat het er nou toeging in de buik van het negertje. Dat had zelfs de juf nooit kunnen snappen. ‘t Is gewoon een wipwap, juffrouw, zei Derk.
Versnoepte Dirk zijn zendingscent? Nee, die kwam in een ander doosje met een gleufje … thuis. Pas in de vierde klas werd zijn zonde bespeurd. Je besteelt de Here Jezus, had de meester gezegd. Waarop Dirk antwoordde dat de helft van zijn cent toch voor administratiekosten gebruikt werden, en slechts de ander helft op het zendingsveld terechtkwam. De meester stond sprakeloos. Hoe weet je dat zo stellig, zei hij. Heb ik van Pa gehoord, zei Dirk. De appel zou niet ver van de boom vallen…
Later had Dirk maar een minimale band met de dorpsjeugd. Met de kerkjeugd ging het wat beter, maar ook daar had hij weinig vrienden. Toch was hij op de jeugdvereniging haantje de voorste. Als er tijdens de discussie ‘een dominee voorbijliep’ stelde Dirk wel een vraag. Meestal beantwoordde hij die zelf. Tot voorzitter bracht hij het niet, daarvoor stond hij te zeer verheven boven de kerkjeugd. Enkel Marietje van de dominee kon de snedigheidsdegen met hem kruisen. Zij was het ook die voorstelde Dirk tot voorzitter te benoemen. De penningmeester liet haar zwijgend zijn aantekenboekje zien. Dirk Bult, 0/0/0/!
Marietje had heus wel fijne gesprekken met hem. Zo te horen zat het geestelijk wel snor met Dirk. Hij had een diepgang die ze miste in de andere jongens van het dorp. Het trio Kuyper-Bavink-Waterink en het duo Vollenhoven en Dooyeweerd hadden zich broederlijk verankerd in het hart (of liever het brein) van de weetgierige jongeling. Als je nu nog, na dertig jaar, met de mensen van het dorp praat, herinneren ze zich kleine Dirk. De jongelingen zitten nu in de kerkenraad, waar ze net als vroeger nogal eens aan het bakkeleien zijn. Als het er te heftig toegaat, is het nog: wat zou Dirk Bult er van gezegd hebben? Misschien dat door de invloed van deze geleerde en principieel jongeman de gereformeerde kerk van dat dorp nu nog als een paal boven het troebele water der moderniteit van de naburige kerken staat.
Dirk ging naar Delft en werd ingenieur. Voor zo’n jongeling is er een toekomst weggelegd, reken maar! Dirk rekende ook. Kwam tot de overtuiging dat hij veel meer kon verdienen in Noord-Amerika.
Hij ging niet over een nacht ijs. Ging er met de dominee over praten … niet dat hij zich wilde laten adviseren, want hij wist nu wel dat wetenschappelijk de dominee niet verder was gekomen dan de vier na onderste sport van de ladder, maar vooral omdat dominee de vader van Marietje was. “Ga met God, jongen, en draag altijd je beginselen uit.” Dirk knikte wijs. Dat had hij ook al gedacht, vooral omdat het uitdragen van principes geen geld kostte.
Toen Dirk de pastorie verliet, slaakte de dominee een zucht van verlichting. Weer een lastige klant minder. Een klant die hem het leven zuur maakte met zijn vele vragen over de Wijsbegeerte der Wetsidee, iets waar de dominee niet veel van snapte. Toen hij met de hakken over de sloot de V.U. verliet, had hij zich heilig voorgenomen zich nooit meer bezig te houden met overbodige wetenschapsballast. Hij wilde een herder des volks zijn op een eenvoudig dorp, ver van het gewoel der mensen.
In Holland was Dirk lid geweest van veel verenigingen. Bij zijn vertrek naar Canada knarsten de penningmeesters hun tanden. Dirk Bult: 0/0/0/. Ze hadden de achterstallige contributie niet vermogen te innen. De weduwe in de tabakswinkel bleef met een onbetaalde rekening van driehonderd gulden zitten, maar durfde er niet over te praten omdat Dirks moeder haar beste vriendin was. Vader en moeder Bult hadden kromgelegen om hun zoon de beste leerscholen te laten doorlopen. Dirk bedankte hen zelfs niet toen hij de laatste dag voor zijn vertrek bij hen aan tafel zat. Vader las beverig Psalm 90, en toen hij niet verder kon vanwege de tranen, nam Dirk hem koelbloedig de Bijbel uit handen, en las verder … zonder vertoon van enige emotie. En moeder dacht: kijk nou toch es, wat een fijne gelovige jongen is onze Dirk geworden…
Eenmaal in Canada, klom Dirk de maatschappelijke, kerkelijke en christelijke verenigingen ladders snel omhoog. Ingenieur bij een vliegtuigenfabriek, toe maar! Op alle gebieden stak hij ver uit boven de doorsnee emigrant. Zijn goed gefundeerd mening werd gewaardeerd in hoofdbesturen van christelijke organisaties. Op gemeentevergaderingen toetste hij de kerkenraad aan de princiepen der reformatorische gedachten-wereld en door zijn toedoen kwamen er meer collectes tot instandhouding van allerlei christelijke organisaties, zoals de CLAC en AACS … collectes waarin hijzelf dubbeltjes deed!
Toch bracht hij het niet tot ouderling. Daarvoor stond hij, letterlijk en figuurlijk, weer een beetje te ver buiten de kringetjes kerkleden die zich na de diensten op het kerk-terrein bevonden. Daar besprak men te alledaagse dingen en bij zulke discussies kwam Dirk niet aan bod.
En zo werd Dirk kerkelijk eenzaam. Maar de ware reden waarom Dirk nooit op tal kwam? … dat werd voor de gemeente verzwegen. Dirk Bult: 0/0/0! En hij kon het toch zo goed doen, zei ouderling Aalberts. Jammer …
Ook de organisaties vermochten niet Dirks interesse te houden. Deze nieuwe verenigingen waren op dezelfde leest geschoeid als de Nederlandse. Er was veel geld nodig om ze in goede banen te leiden, en aangezien Dirk Bult overtuigend kon spreken en heel goede ideeën had om in zo kortst mogelijke tijd zoveel mogelijk geld binnen te halen, werd hij herhaaldelijk gevraagd ‘fundraising campaigns’ te leiden. Het viel wel op dat Dirk zelf nooit bijdroeg, maar de lieve man gaf al zoveel van zijn tijd en talent!
Toen uiteindelijk mannen die net zo intelligent waren als Dirk de leiding van deze organisaties in handen gingen nemen, verdween Dirk van het toneel. Zijn ideeën kregen nu concurrentie, en elk idee dat niet voortsproot uit zijn eigen brein, vond hij verwarrend, zelfs waanzinnig.
Dirk en Marietje (daar was hij, na zes jaar in Canada geweest te zijn, mee getrouwd nadat de dominee haar reis betaald had) kregen twee kinderen die na verloop van tijd naar de Christelijke School gingen. Maar Dirk zag spoedig beren op de weg. Was het niet beter kinderen naar een publieke school te sturen, zodat ze het evangelie uit konden dragen? Werd er wel genoeg aandacht besteed in de christelijke school aan de totale vorming van het kind, inclusief het burgerschap in een nieuw land? Ja, die dingen zaten Dirk vreselijk dwars…maar de vrees dat hij helemaal een kerkelijk buitenbeentje zou worden als hij zijn kinderen van de Christelijke School nam, weerhielden hem er van zijn kindertjes naar een openbare school te sturen.
De christelijke school in Canada krijgt geen subsidie van de regering. Ouders draaien zelf op voor de kosten. Ieder jaar verwachtte de boekhouder van de school dat meneer Bult nu wel zou het achterstallige schoolgeld zou inhalen. Als de boekhouder hem op de schouder klopte om hem aan zijn schulden te herinneren was het altijd: ach joh, met die maandelijkse bijdragen kan ik me niet bemoeien. Het is veel gemakkelijker voor mij om de hele som aan het eind van het schooljaar te betalen. Nu waren er drie schooljaren voorbijgegaan en de boekhouder schudde bedroefd zijn hoofd: Dirk Bult 0/0/0/.
Dirk maakte promoties en begon steeds meer te verdienen. Hij investeerde zijn geld met veel inzicht. Hij bouwde een machtig groot huis ver buiten de stad. Jammer, dat de schoolbus niet zo ver ging … daarom moesten de kinderen maar naar een openbare school. Zo was hij mooi van de steeds hoger wordende contributie af! De aanmaningen van het schoolbestuur verdwenen prompt in de prullenbak. Marietje zou wat meer met ze uit de kinderbijbel lezen, zodat ze geestelijk niet tekortkwamen. Marietje was immers een domineesdochter.
Toen Dirk volgens zijn eigen mening eindelijk financieel stevig te paard zat, begon hij bij te dragen. In de zendings-collecte gooide hij een kwartje. Ook bleef hij lid van de school tegen de minimale contributie. En eindelijk droeg hij ook een beetje bij tot instandhouding van de kerk, maar de kerkelijke quota wilde hij niet betalen. Jullie hebben daar niet genoeg controle op, vertelde hij de huis bezoekende ouderling.
Dirk lijdt aan een ziekte die meer voor komt onder christenen, en ik hoef u niet te vertellen welke ziekte dat is. Hij doet zichzelf, zijn vrouw en kinderen, en het koninkrijk der Heren veel te kort. In dat koninkrijk moet de beurs net zo goed open als de mond … …
Dirk kwam om bij een vliegtuigongeluk. Het werd een dure begrafenis met een mooie kist. Bij zijn leven had hij precies opgeschreven hoe de kerkdienst moest verlopen … en het was inderdaad een heel mooie dienst. Jammer dat er zeer weinig mensen in de kerk waren…
Leave a Reply