Ons gezin was inmiddels gegroeid. Ik herinner me dat de sfeer bij ons thuis goed was. De enige uitzondering draaide om namen. Traditie was erg belangrijk dus mijn oudste broer, Adam, werd vernoemd naar Opa de Jong, Jaap naar Opa Slingerland, Stiena (Christina) naar Opoe de Jong, Jannigje naar Opoe Slingerland, de derde dochter, Geertje naar vaders oudste zus, enz. Alles verliep volgens traditie totdat ik werd geboren. Moeder had gewild dat ik naar vader zou worden vernoemd, maar vader wilde niet dat een zoon naar hem werd vernoemd. Hij zei dat de zoon ‘jonge Jan’ zou heten en hij ‘de oude Jan’ en dat vond hij niet leuk, dus werd ik Cornelis genoemd, naar zijn oudste broer.

Dit lijkt niet te kloppen volgens de info in de stamboom heet de op 2 na oudste broer Cornelis. Toen Henk werd geboren weigerde hij weer. Toen werd Judith geboren en vernoemd naar moeders oudste zus en toen werd Bertha Chiela geboren en vernoemd naar vaders tweede zus. De naam Chiela is eigenlijk geen Nederlandse naam maar een Franse. Ik zat in groep 1 toen het tiende kind, de vijfde zoon, werd geboren en mijn moeder stond erop dat hij naar papa werd vernoemd. Toen vader echter terugkwam van het stadhuis vertelde hij moeder dat hij hem Maarten Jan had genoemd, naar zijn tweede broer. Moeder was erg boos en weigerde hem Maarten te noemen maar noemde hem Jan, zijn tweede naam, en vader had geen andere keuze dan toe te geven. Moeder was boos over de weigering van vader maar mocht Oom Maarten ook niet en dat moet een vreemde man zijn geweest. Er werd nooit iets over gezegd maar er moet iets vreemds zijn geweest.

Jan was 22 maanden jonger dan Bep. Toen ik in klas 3 zat, werd op 3 maart 1936 nog een zusje geboren met de naam Gerrigje Maria (Gerrie) naar moeders twee zussen. Op 26 augustus 1938 werd mijn zus Jacoba, genoemd naar mijn moeders derde zus, geboren. Deze baby zou naar papa’s familie zijn vernoemd, maar papa had maar 2 zussen waarvan de namen al waren doorgegeven, dus toen was mama’s familie weer aan de beurt.