De eerste Slingerland die we kennen is een zekere Aart Slingerland die naar Berkenwoude kwam en ging boeren in Westeinde 11, de boerderij waar mijn moeder is geboren. (Later traceerde een andere familiegeschiedenis de lijn terug naar Teunis Slingerland, gedoopt op 16 november 1653). We weten niet wanneer hij kwam, maar we weten wel dat hij op 21 oktober 1770 werd geboren. Hij was mijn over-over-overgrootvader. Na hem nam zijn zoon de boerderij over. Dit was Jacob Slingerland die leefde van 1802 tot 1881. Na hem kwam zijn zoon, een andere Jacob Slingerland, die leefde van 11 maart 1837 tot 29 juni 1919. Hij was mijn overgrootvader. Ik heb nooit iets over hem gehoord, maar moeder moet hem heel goed gekend hebben, want ze was 20 jaar toen hij stierf.
The Slingerland Story
Tussen de papieren van mijn vader zit een boekje genaamd “The Slingerland Story”. Dit volgt het verhaal van ene Teunis Slingerland die op 7 april 1617 in Nederland werd geboren en na 1685 overleed in Albany, New York. Zij behoorden tot de eerste kolonisten van Rensselserwyck, wat nu Rensselaer is, een deel van Albany aan de Hudson River. Het verhaal van deze vroege Nederlandse nederzettingen in Manhattan en Albany wordt beschreven in het boek “The Island in the Center of the World,” van Russell Shorto. Vele jaren geleden maakten mijn ouders een reis naar New York en ontdekten het stadje Slingerlands aan de rand van Albany. Of de twee takken verwant zijn, moet dan vóór of rond 1600 zijn. Dat is waarschijnlijk de tijd dat de voorouders van Judith Slingerland naar Noord-Amerika kwamen.
Na hem kwam de derde Jacob Slingerland naar de boerderij. Dit was mijn grootvader, hij werd geboren op 6 juli 1869. Mijn overgrootmoeder heette Judith. Dat is alles wat ik van haar weet. Voor zover ik weet had Opa één zus, tante Gerrigje. (volgens de stamboom 2 zussen. De oudste Heyltje heeft maar 1 dag geleefd) Zij trouwde met Willem den Boer in Stein. Dat is net aan de andere kant van de rivier de Issel tegenover Haastrecht. Ik denk dat ze jonger was dan Opa. Oom Willem kende ik heel vaag, maar tante Gerrigje kende ik veel beter. Ze woonde nog steeds op de boerderij waar haar twee getrouwde zonen, Nie en Gerrit, boerden. Ik kwam daar vaak voor mijn werk. Ik ken ook nog een andere zoon, Pauw. Ik weet niet of ze nog andere kinderen hadden. Opa moet een paar broers hebben gehad. Ik heb gehoord van een oom Teunis in Oudewater. Opa overleed 9 juli 1963 op 94 jarige leeftijd. Ik denk dat hij boerde tot 1940 of 41, toen mijn oom Jacob het overnam, die geboren was in 1909 en later aan de overkant van de boerderij woonde toen zijn zoon Jacob het overnam. Dit is nu de vijfde Jacob Slingerland in de familie en zijn oudste zoon is ook Jacob Slingerland, geboren in 1960.
Dit is alles wat ik weet over de familie Slingerland. Ik had veel meer kunnen weten. In 1958 of 1960 ontmoette ik een mevrouw Slingerland in St.Catharines. Ze was weduwe en geëmigreerd uit Driebergen. Zij was de moeder van Jacob en Gijs Slingerland uit St.Catharines, de grootmoeder van Ralph Slingerland die trouwde met Elsie Bruinekool (een nicht/nicht van Brouwer’s kant). Zij vertelde me veel over de Slingerland achtergrond. We waren vijf generaties terug verwant. Een deel van de Slingerlanders ging naar Indonesië en een deel ging naar Amerika, maar ik heb het niet opgeschreven en nu weet ik het niet meer. De Slingerland gelijkenis is erg sterk. Ik weet dat er Slingerlanders in Lekkerkerk woonden, maar ik had nooit gehoord of we familie waren. Een paar jaar geleden zag ik echter een familiefoto van een van deze Slingerlands en ik was verbaasd hoe gemakkelijk ik de gelijkenis kon zien. Toen ik in de jaren 1950 in het General Hospital in St.Catharines werkte, zag ik een oudere verpleegster en ik vond dat ze precies op mijn tante Judith leek. Ik was erg verbaasd toen ik haar naamplaatje zag waarop Judith Slingerland stond. Later, toen ik haar beter kende, vertelde ze me dat een van haar voorouders in de jaren 1700 uit Nederland was gekomen, waarschijnlijk in de tijd van William Penn, en later met de United Empire Loyalists naar Canada was verhuisd. Toch kon je duidelijk de sterke Slingerland gelijkenis zien. Ik heb dit ook meegemaakt met mijn oom Maarten en oom Cornelis die in Alberta woonden.
Mijn oma heette Jannigje de Jong. Ze is geboren op 30 mei 1873 in Oudekerk aan de IJssel. Haar vader was Cornelis Maartenszn, de Jong, landbouwer in Ouderkerk a/d IJssel, geboren 11 december 1849, en haar moeder heette Jannigje de Boer, geboren in 1849. Zij was de oudste in het gezin. Ik geloof dat ze 2 of 3 broers en 7 zussen had. Haar jongste broer, Jan, had geen kinderen. Toen zijn vrouw rond 1978 overleed, werden wij genoemd in hun papieren als deel van de erfenis en uit die papieren leerde ik iets van de familiesituatie.
Cornelis and Jannigje de Jong Family
[The oldest daughter, Jannigje married Jacob Slingerland, Cor de Jong’s maternal grandfather. Jannigje is fifth from left, front row. Jacob is fourth from left, back row.]

- Sitting 3rd from left Cornelis de Jong, born 11 December, 1844. This is my great grandfather from my mother’s side. Beside him is his wife (my great grandmother) Jannigje den Boer. They were married April 26, 1872.
- Beside her is their oldest daughter, Jannigje de Jong, born 30 May, 1873. She married 15 March, 1895 with Jacob Slingerland, born 7 July 1869, 4th from left on back row. These were my grandparents (mother’s parents).
- Beside Oma is her sister, Gerrigje who was married with Frans Goudrian, 7th on the back row.
- Beside tante Gerrigje is Tante Jenna, married with Ewoud van den Heuvel, standing behind her.
- First on the front row is Tante Cor. Here she is still single.
- 2nd on front row is Tante Neeltje, married with Willem Graveland, 5th on back row beside Opa.
- 4th in the middle row is Tante Margje, married to Hendrik Hoogendijk, 6th on the back row.
- 5th in the middle row is Tante Adriana, beside her husband, Pieter Hoogendijk. They were married that day.
These were Oma’s six sisters. Her three brothers were 1st back row, Oom Jan with Tante Beth in front of him. 2nd back row Oom Maarten with Tante Annigje in front. 3rd back row, Oom Willem with Tante Bartje in front of him.
De foto is genomen op 31 oktober 1912 op de bruiloft van de jongste zus van mijn oma, Tante Adriana, die trouwde met Pieter Hoogendijk. Ik heb heel wat van hun kinderen gekend en heb zelfs op de universiteit gezeten met de jongste zoon uit dezelfde klas, die een paar jaar jonger was dan ik. Hij was een neef van mijn moeder.
Op de voorste rij zit mijn overgrootvader Cornelis Maartenszn de Jong, geboren 11 december 1849 die toen bijna 63 jaar oud was. Oorspronkelijk kwamen zij uit dezelfde familie de Jong als mijn vaders familie uit Kampen aan den IJssel.
De eerste 6 generaties die we kenden waren hetzelfde. De laatste gemeenschappelijke ouders waren Maarten de Jong en Childa Alberts die 26 april 1776 trouwden. Van daaruit splitste de familie zich. Ze hadden een grote boerderij in Oudenkerk aan den IJssel. Deze familie waren allemaal grote boeren, redelijk welgesteld.
Naast hem zit zijn vrouw Jannegje den Boer. Ze zijn getrouwd op 26 april 1872.
Naast mijn overgrootmoeder zit haar oudste dochter, Jannigje, geboren op 30 mei 1873. Dit is mijn grootmoeder. Zij trouwde 15 maart 1895 met Jacob Slingerland. Mijn oma was al 39 jaar bij het huwelijk van haar zus en had 11 kinderen. Dan staat Opa Slingerland op de achterste rij, 4th van links. Naast mijn oma zit haar zus Gerrigje, 6th van links voor. Zij was getrouwd met Frans Goudrian (sp?) 7th van links achteraan. Zij boerden ook in Oudenkerk a/d IJssel. Ik heb enkele van hun jongere kinderen gekend. De laatste op de voorste rij is Tante Janna, die trouwde met Ewond van den Heuvel. Achter haar staand, de eerste op de eerste rij was Oma’s zus Tante Cor. Hier was ze nog ongehuwd. Later trouwde ze met Jacob Both en kreeg één zoon, Jacob. Hij was een half jaar ouder dan Adam en ik heb zelfs een jaar met hem op school gezeten en ik heb nog een schoolfoto waar we allebei op stonden. Later heb ik hem heel goed gekend. Toen hij naar school ging had hij zijn 3rd moeder, dus zowel tante Cor als de 2nd moeder moeten heel jong gestorven zijn.
De tweede van links is Tante Neeltje. Zij trouwde met Willem Graveland, 5th van links op de achterste rij. Ze hadden een hele grote boerderij in Stein bij Haastrecht. De boerderij heette “Het Klooster” dus waarschijnlijk was het vroeger een klooster geweest. Dat gebied is nog steeds voornamelijk katholiek. Ik ben er verschillende keren geweest toen hun zoon Willem de boer was en tante Neeltje bij hen inwoonde. Er was een hele grote voorkamer met heel veel waardevol antiek erin. Ik herinner me dat ze een kinderstoel hadden die gebruikt was door Erasmus die daar opgroeide.
De 4th op de middelste rij is Oma’s jongste zus, Tante Margje. Zij trouwde met Dirk Hoogendijk, 6e van links op de achterste rij. De twee Hoogendijk’s waren geen familie van elkaar. Tenminste niet nauw. Ze waren waarschijnlijk de rijksten van de familie. Ik heb verschillende van hun kinderen gekend.
Oma had drie broers. Oom Jan is 1st links op de achterste rij. Zijn vrouw, Tante Beth, staat voor hem. Zij was zijn tweede vrouw. Ze hadden geen kinderen. Ik ben er een keer geweest. Ze hadden het goed. Omdat ze geen kinderen hadden en ze altijd erg actief waren geweest in liefdadigheidsorganisaties, had de familie verwacht dat al hun geld daar naartoe zou gaan. Ze hadden ook niet verwacht dat het veel zou zijn, omdat Tante Beth jarenlang in een bejaardentehuis woonde. Toen Tante Beth in 1978 overleed, was iedereen verrast dat al hun erfenis naar alle familieleden ging. Op dat moment waren 14 van de 70 neven en nichten al overleden. De ene helft ging naar de familie De Jong en de andere helft naar de familie van tante Beth, de familie Schouten.
Toen alles verkocht was en de kosten afgetrokken, was er bijna een miljoen guiders. Het had meer kunnen zijn. Een neef van moeder had de boerderij jarenlang gehuurd en kreeg de eerste kans om het te kopen voor de prijs die ze hadden gevraagd toen hij stierf. Verschillende familieleden vonden deze prijs veel te laag en maakten er een rechtszaak van. Ik geloof dat het maar een beetje aan de lage kant was. Ik ben nooit een voorstander van rechtszaken, maar ik vond dit belachelijk, maar er kon niets worden gedaan totdat de rechtbank een beslissing had genomen en dat duurde een paar jaar. Land en boerderijen waren extreem schaars in Nederland en dat zorgde ervoor dat de prijzen voor boerderijen behoorlijk opgeblazen waren, vooral sinds de Tweede Wereldoorlog. Precies op dat moment viel de bodem uit de markt en daalden de landbouwprijzen met ongeveer 50% in twee jaar tijd. In plaats van te winnen verloren ze een aanzienlijk bedrag, hoewel het feit dat er geen kinderen of broers en zussen waren en alles naar de eerste en tweede neven en nichten ging, de erfrechten erg hoog waren. De regering nam ongeveer de helft. Toch bleef er nog 575.816.51 gulden over om onder de nabestaanden te verdelen en de familie Slingerland kreeg veel meer dan verwacht.
Mijn naam stond ook in het testament en ik geloof dat ik een deel van 1/1140 kreeg, wat neerkwam op ongeveer 384 gulden. In het testament stond ook dat alles geveild moest worden. Maar alleen personen die in het testament genoemd werden, mochten daarbij aanwezig zijn. Omdat ik toevallig in Nederland was voor een reis ben ik naar die veiling gegaan en heb ik verschillende items gekocht. Eén ervan was een mooi oud schilderij. Later heb ik het aan Betty gegeven en het hangt nog steeds in hun woonkamer.
De tweede van links op de achterste rij was Oom Maarten met zijn vrouw Tante Annigje voorop. Zij hadden ook een grote boerderij in Oudenkerk maar bijna op de grens van Berkenwoude. Ik heb Tante Annigje en de meeste van hun kinderen goed gekend en ging met de twee jongsten naar school. Ze waren een paar jaar ouder dan ik. Oom Maarten stierf vrij jong. Hij viel van een lading hooi en brak zijn nek, een weduwe en een groot gezin achterlatend. De 3rd op de achterste rij is Oom Willem. Voor hem staat zijn vrouw, Tante Bartje. Ik weet bijna niets over hem, alleen dat hij drie keer getrouwd was. Ik geloof dat Tante Bartje zijn eerste vrouw was, maar dat weet ik niet zeker.
Jacob and Jannigje Slingerland

We called Oma Slingerland Opoe. Also for mother we usually said ‘poe” and for father, “pa”. Since photography was still very new these pictures are of quite good quality. There were several pictures of this time, most of which have gone to other family members. It surprises me that an orthodox family like ours took pictures as several people thought that taking pictures was a sin breaking the second commandment.
Slingerland Family

Back row 1. Tante Co 2. Mother 3. Oom Teunis 4. Tante Nee 5. Oom Jaap 6. Tante Ger 7. Oom Rien 8. Tante Heiltje | Born 9 Nov. 1902 16 July 1899 8 Nov. 1910 22 May 1904 17 February 1909 9 April 1901 11 July 1912 21 July 1905 | Front row 1. Tante Ju 2. Opa 3. Tante Cor 4. Oom Maarten 5. Oma 6. Oom Wim 7. Oom Kornelis | Born 18 Nov. 1896 7 July 1869 11 July 1912 10 May 1917 30 May 1873 27 Nov. 1914 27 February 1898 |
Note: Most references below are to this picture
Opoe droeg altijd die witte hoed. Als ze naar de kerk ging of op bezoek, droeg ze er een die duurder was met een kleine zwarte bovenop. Later stopte ze met het dragen van de zwarte omdat ze uit de mode raakten, maar ik denk dat ze de witte tot het einde van haar leven heeft gedragen. Ze was een van de laatsten in onze omgeving die nog zo’n witte pet droeg.
De oudste was Tante Ju (Judith), geboren op 18 november 1896. Ze was vernoemd naar Opa’s moeder Judith Hoogendoorn. Ze trouwde met Cornelis Suijker die geboren was op 4 mei 1895. Eerst boerden ze in Berkenwoude, later in Nieuwerkerk aan de Yssel (Hitland), naast waar Tante Ju en Gerrit van de Klocht wonen. Oom Cornelis overleed plotseling op 5 mei 1937. Hij onderging een operatie om zijn blindedarm te verwijderen en overleefde de operatie niet. Ze hadden zeven kinderen. Een van de oudsten stierf als baby of peuter. De jongste werd bijna 9 maanden na de dood van Oom Cornelis geboren.
Toen hij stierf, wisten ze niet dat Tante Ju zwanger was. Het derde kind, Cor, was ongeveer een jaar oud en het vierde, Lies, bijna een jaar jonger dan ik. Ze heeft een paar jaar bij mij in de klas gezeten. Tante Ju staat op de eerste rij links, naast Opa.
Slingerland Grandchildren

Tante Ju overleed 5 juni 1983 op 87-jarige leeftijd. Ze was meer dan 46 jaar weduwe. Oom Cornelis overleed 5 mei 1937, een dag na zijn 42nd verjaardag. Cornelis werd meestal uitgesproken als Knelis, maar sommigen werden Cor genoemd. Toen oom Knelis overleed, ging Oom Maarten daar boeren. Later trouwde hij en nam de boerderij over. Tante Ju werd om financiële redenen gedwongen de boerderij te verlaten. Het was in het 9de jaar van de crisis. Ze verhuisde met haar familie naar Berkenwoude en verhuisde naar het voorste appartement van Opa’s boerderij en probeerde de kost te verdienen met naaien.
Cornelis Slingerland

Oom Cornelis was de tweede, eerste rij rechts, geboren 27 februari 1898. Hij trouwde met Jannigje Suijker die op 8 juli 1904 was geboren en dus 6 ½ jaar jonger was. De oudste dochter Janny was een half jaar ouder dan ik en zat bij mij in de klas op school. Ze huurden een grote maar erg oude boerderij bijna naast die van Opa, net iets dichter bij het dorp. Ze hadden 10 kinderen, maar twee daarvan stierven als peuter, één aan leukemie. De gebouwen waren erg oud, maar vrij sterk gebouwd omdat het een overstromingsplafond had. In het geval van een overstroming, als de dijken doorbraken, kon het vee naar de tweede verdieping worden gebracht en kon de familie ook op de 2e verdieping wonen. Dit is ongeveer de enige boerderij in onze omgeving die zo gebouwd is. In de Alblasserwaard, aan de andere kant van de Lek, braken de dijken veel vaker door en was deze praktijk gebruikelijker. Als een dijk doorbrak konden de akkers soms wel 10 meter onder water staan.
Tante Jannigje was een zus van Oom Cornelis Suijker die met Tante Ju trouwde. Ze huurden die boerderij ongeveer 25 jaar. In het begin van de jaren 1950 konden ze het echter niet meer huren omdat een zoon van de eigenaar er wilde gaan boeren. Omdat er bijna geen boerderijen te huur of te koop waren besloten ze te emigreren en gingen in 1952 naar Alberta en begonnen daar met boeren. Hun tweede dochter, Fijgje, had toen een vriendje en wilde achterblijven, maar Oom Cor dwong haar mee te gaan. Hij beloofde dat als ze na een jaar nog steeds terug wilde, hij haar zou laten gaan en de reiskosten voor haar zou betalen. Na een jaar ging ze terug en trouwde ze in Nederland. Ze woonden een paar jaar in Nederland maar besloten toen om te emigreren. De andere kinderen trouwden allemaal in Alberta en de meesten stichtten grote gezinnen. Oom Cornelis overleed daar op 18 oktober 1978 op 80-jarige leeftijd aan longkanker. Tante Janningje overleed vier jaar later op 6 september 1997 op 93-jarige leeftijd. We bezochten hen in 1977.
Oom Cornelis was niet erg netjes en toen ze op de grote oude boerderij in Nederland woonden, vonden we het er altijd nogal rommelig. Toen we hen in Alberta bezochten, waar ze in een nieuwe bungalow woonden, was ik verbaasd over hoe netjes en opgeruimd het was. De kamers van hun kinderen waren ook allemaal erg netjes, op één uitzondering na. Bij een van hun zonen was het extreem netjes. Tante Jannigje werd op latere leeftijd erg vergeetachtig en seniel. Ze was onrustig tenzij men haar kousen liet breien, wat haar tot rust bracht en haar gelukkig maakte. Eerst probeerden ze haar ervan te weerhouden om op zondag te breien, maar later moesten ze toegeven. De laatste jaren werd haar breiwerk zo slordig dat de kousen nutteloos waren, maar het was het enige dat haar rustig en gelukkig kon houden. Toen we er in 1977 waren, gingen we met Oom Cornelis en Oom Maarten naar de grote veemarkten. Grote kuddes vleesvee werden naar de veilingringen gedreven door een groep jonge cowboys op paarden die allemaal op de vlucht gingen. Minstens twee van die cowboys waren vrouwelijk en toen een van hen ons voorbij raasde, zei Oom Cornelis dat zij zijn kleindochter was, een dochter van Fijgje. Ik begreep dat hij niet zo blij was dat ze cowgirl was geworden.
Moeder was de derde in het gezin, maar over haar komt later meer. Ze staat op de achterste rij, tweede van links achter Opa.
Jannigje Slingerland

Tante Gerrigje was vierde. We noemden haar Tante Ger. Ze is geboren op 19 april 1901. Zij is de 6th op de achterste rij, achter Opa. Zij trouwde ook met een Suijker, Oom Gijs, een broer van Oom Cornelis en Tante Jannigje. Zij hadden een veel kleinere boerderij in dezelfde buurt. Het was heel netjes en hij had heel goed raszuiver vee. Ze kregen eerst een zoon en later 3 meisjes. De twee oudsten waren ouder dan ik. Oom Gijs overleed 3 februari 1984 op 84-jarige leeftijd. Tante Ger overleed 26 april 1992 op 91 jarige leeftijd. De laatste 10 jaar van haar leven was ze volledig blind, maar ze was nog wel in staat om bepaalde taken uit te voeren, vooral breien. Als ze alleen was, werd ze erg onrustig.
Hun zoon Willem was erg actief in de ondergrondse tijdens de oorlog. Hij hield niet van boeren. Hij was eens aan het werk in het veld toen er niet ver weg een Engels vliegtuig werd neergeschoten. Hij rende erheen en kon de piloot verbergen voordat het Duitse leger arriveerde. Later had hij de hulp van de andere ondergrondse groep nodig om deze piloot terug naar Engeland te krijgen. Hij was er vrij zeker van dat een andere oom, Harry Markus, betrokken was bij de ondergrondse. Dus benaderde hij hem en ze kregen de piloot terug naar Engeland en om deze reden accepteerden ze hem als lid van de ondergrondse. Ze waren erg voorzichtig met wie ze accepteerden, want het was extreem gevaarlijk. Ze wilden niet alleen mensen die onbevreesd en vindingrijk waren en zeer stressvolle situaties aankonden, maar ze moesten er ook zeker van zijn dat ze de kracht hadden om hun mond dicht te houden als ze gevangen werden genomen en gemarteld. Berkenwoude had een vrij sterke ondergrondse groep en er werden veel wapens gedropt en milities getraind. Na de oorlog, en na een paar verschillende banen te hebben geprobeerd, werd hij predikant in de Nederlands Hervormde Gemeente en diende hij kerken in Canada en de VS. Hij was ongeveer 3 jaar ouder dan ik. Hij stierf ongeveer 10 jaar geleden (1993). Zijn weduwe en twee kinderen met hun gezinnen wonen nog steeds in de buurt van Norwich. De drie meisjes staan op foto L4 op pagina 3. Ze waren op bezoek bij Opoe. Op die foto woonden ze vlakbij. Op deze foto is Opoe blootshoofds.
Tante Co (Jacoba) is nummer 5, geboren op 9 november 1902. Zij is degene die links op de foto staat. Ze was de langste, zag er goed uit, was vriendelijk en een echte dame. Ze moet jong getrouwd zijn, waarschijnlijk amper 20 jaar oud. Ze trouwde met Wout van den Broek die 8 jaar ouder was dan zij, geboren op 7 oktober 1894. Hij was de oudste in het gezin, zes weken ouder dan mijn vader. Hij was een boerenzoon, maar heeft zelf nooit geboerd. Hij vond graag dingen uit die niet altijd succesvol waren. Hij ging een paar keer failliet maar kwam altijd terug met iets anders en was later erg succesvol en werd behoorlijk rijk. Eerst woonden ze in Nieuwerkerk maar later verhuisden ze naar Driebergen en hun huis was een heel herenhuis. Omdat ze nogal ver weg woonden hadden we nooit nauw contact met ze. Hun eerste kind was een meisje, daarna een jongen, daarna 2 meisjes gevolgd door 6 jongens. Drie of vier van hen waren ouder dan ik. De oudste zoon Jaap (Jacob) was drie jaar ouder dan ik. Drie jaar achter elkaar kon hij een jaar uitstel krijgen voor zijn militaire opleiding om zijn studie af te maken. Het vierde jaar probeerde hij het opnieuw maar dat mislukte en toen moest hij het leger in, tegelijk met mij en in dezelfde compagnie. Na vijf maanden zware training zouden we vertrekken naar de oorlog in Indonesië. Kort voor zijn vertrek kreeg hij bericht dat hij in Nederland mocht blijven. De hele familie was erg blij want er waren al veel soldaten gesneuveld in Indonesië. Ik was ongeveer zes weken in Indonesië toen ik een brief kreeg waarin stond dat Jaap was omgekomen bij een tractor ongeluk. Hij was ongeveer 2 of 3 weken daarvoor getrouwd. Oom Wout overleed 15 november 1966 op 72 jarige leeftijd en Tante Co overleed op 7 juli 1993, ongeveer 91 jaar oud.
Tante Nee (Neeltje) is nummer 6. Ze is geboren op 22 mei 1904. Ze is de vierde op de achterste rij die achter het tafeltje staat. Ze trouwde met Tinus van der Spek, die geboren was op 31 oktober 1900. Ze woonden in Moerkapelle. Tante Nee kreeg 11 kinderen, twee meisjes waren een tweeling. We waren er in iets meer dan een uur op de fiets. Ze woonden in de polder waar de grond zware klei was. Het waren akkerbouwers. Hun belangrijkste producten waren tarwe, aardappelen en suikerbieten. De oudste zoon, Arie, was een paar maanden jonger dan ik en we waren jarenlang vrienden. Elke vakantie brachten we er een of meer weken door. Ze waren onze favoriete oom en tante. Arie moest ook in dezelfde tijd en in dezelfde compagnie voor zijn militaire opleiding, dus we waren daar met 3 neven. Arie en ik vertrokken op 11 februari 1949 met dezelfde boot naar Indonesië. Kort na aankomst werd hij in een ander gebied gestationeerd en verloren we het contact. Hierna heb ik nooit meer veel contact gehad met deze familie. Van Arie weet ik dat ze een boerderij hebben gekocht in de provincie Groningen. Zijn vrouw is 10 of 15 jaar geleden overleden en hij is later hertrouwd met een vrouw die ongeveer 30 jaar jonger was dan hij. Hij had een zoon die directeur is van de Netherland Reformed School in Norwich. Die directeur is een paar jaar geleden een keer met zijn gezin bij ons op bezoek geweest. Tante Nee overleed 6 februari 1985 op 80-jarige leeftijd en oom Tinus overleed op 87-jarige leeftijd op 3 april 1988.
Tante Heiltje is het zevende kind. Ze is geboren op 21 juli 1905. Op de foto staat ze rechts op de achterste rij. Ze trouwde met Huig Markus die op 21 juni 1903 werd geboren. Ze woonden in dezelfde buurt met vier grote boerenfamilies die allemaal lid waren van de Nederlands Hervormde gemeente. Er was niet veel vertier in die tijd. In de herfst moesten er grote hoeveelheden wintervoorraden worden klaargemaakt. Bonen moesten worden schoongemaakt en gezouten in vaten, evenals een paar vaten zuurkool. Appels en peren moesten worden geschild en klaargemaakt om te drogen en in de herfst moest er worden geslacht, enz. Meestal deden twee of drie families dit samen. De data voor deze klussen werden van tevoren vastgesteld en het was een zeer welkome gelegenheid voor de jongeren om een hele avond op bezoek te komen en waarschijnlijk zijn er zo veel relaties en huwelijken ontstaan. Deze families waren 1 Slingerland, 2 Suijker, 3 Markus en 4 Both. Een broer van Oma trouwde met een Suijker en twee van haar zussen (bijna 3 van haar zussen), 1 broer en 1 zus trouwden met een Markus en 1 zus met een Both. Toen Oom Huig zijn militaire opleiding moest gaan volgen ging hij bij de Huzaren, een elitekorps dat paard reed. Hij werd sergeant wat toen een hele prestatie was voor een boerenjongen met alleen lagere school onderwijs. Nadat hij het leger had verlaten, wilde hij geen boerderij meer maar begon hij een vrachtwagenbedrijf, wat in die tijd heel nieuw was. Hij kocht een grote vrachtwagen en bracht vee en varkens naar de markt, vervoerde stro, hooi en wat hij maar te pakken kon krijgen van lokale bedrijven. Het bedrijf bestaat nog steeds en wordt gerund door zijn zoons en enkele kleinkinderen.
Nadat ze getrouwd waren, vestigden ze zich in het centrum van het dorp. De voorkamer werd verbouwd tot een kruidenierswinkel, zoals een cornerstore, maar dan veel kleiner en Tante Heiltje runde de winkel. Het was halverwege, op korte afstand van de bushalte naar onze school. Geld was erg schaars, dus we konden er zelden heen om een cent of een halve cent aan snoep uit te geven. Andere kinderen konden dit vaker doen. Als we de kans kregen, namen we de tijd om elk snoepje te bekijken om er zeker van te zijn dat we de beste deal hadden. Tante Heiltje moet veel geduld hebben gehad. Ze moest ook voor haar eigen gezin zorgen, de huishoudelijke taken, de maaltijden, de kinderen, enzovoort, terwijl ze voortdurend werd onderbroken door de winkelbel. Ze hadden zes kinderen. De oudste, Willem, was 1 ½ jaar jonger dan ik en zat 1 klas onder mij op school, maar omdat onze school maar 2 lokalen had, zaten we meestal in hetzelfde lokaal. We konden het goed met elkaar vinden en hij werd later schoolhoofd. De jongste stierf in een bizar ongeluk. Een muur stortte in toen hij langsliep, waardoor hij op slag dood was. Hij was net klaar met zijn lerarenopleiding. Oom Huig was een van de leiders van de ondergrondse en zat de laatste jaren van de oorlog ondergedoken. Hij leidde de ondergrondse vanuit zijn schuilplaats, die slechts bij 1 of 2 anderen bekend was. Oom Huig stierf 12 september 1982 op 79-jarige leeftijd. Tante Heiltje stierf op 28 maart 1990 op 84-jarige leeftijd. Op latere leeftijd had ze diabetes. Ik herinner me dat toen ik een keer in Nederland was voor een reis, een van haar benen was geamputeerd.
De andere tante en vijf ooms waren allemaal nog vrijgezel toen ik naar school ging en ik herinner me dat ze nog thuis woonden. We bezochten ze heel vaak omdat de boerderij niet ver van school was en als moeder ziek was of er weer een baby werd geboren, werden we voor een paar weken naar Opoe gestuurd. We vonden het daar geweldig. Het was een grote boerderij. Ze molken meer dan 40 koeien, wat veel was voor onze streek. Maar het meest bijzondere was dat niemand anders zulke mooie koeien had als Opa. Hij had koeien die zwart, zwart-wit, rood, verschillende tinten grijsblauw en sommige met hele vreemde aftekeningen waren. Opa hield van deze vreemde kleuren. Het was bekend bij de veehandelaren, dus als ze een ongewone, gekleurde koe zagen die van goede kwaliteit was, kochten ze die voor Opa, wetende dat Slingerland altijd bereid was extra te betalen voor een kleur die niemand anders had. Het is de enige plek waar ik ooit een albinokoe heb gezien. Ze hadden ook een hele grote varkensstal.
Er waren allerlei soorten dieren. Naast een paar tamme duiven in een kooi in huis hadden ze verschillende katten en twee honden. Meestal hadden ze ook twee paarden, veel duiven, eenden en minstens 30 paar zwanen die overal in de polder zaten. In de herfst moesten ze gevangen worden voordat ze gingen vliegen. Soms vlogen ze al en dan was het lastig om ze te vangen. We probeerden ze in een smalle sloot te krijgen met een val aan het eind en dat moest voor de wind zijn en we moesten er heel dicht achter zitten zodat ze geen kans hadden om zich om te draaien en weg te vliegen. Eenden en vooral zwanen kunnen alleen tegen de wind in opstijgen, anders krijgen ze niet genoeg wind onder hun vleugels. Nadat ze gevangen waren, werden ze een tijdje opgesloten en met graan gevoerd. Sommigen werden verkocht en de anderen werden geband en er werd een stukje van een vleugel afgeknipt zodat ze niet meer konden vliegen. Daarna werden ze een tijdje binnen gehouden om ze tam te maken en na het vrijlaten werden ze nog steeds met graan gevoerd om ze dicht bij het huis te houden. Twee van Opa’s buren hielden ook eenden, maar alle drie hadden ze verschillende rassen. Opa’s eenden waren de grootste en zwart of donkerbruin. De ene buurman had wilde eenden en de andere een klein wit ras. Ze hadden ook geiten, konijnen, cavia’s, enz. Het was een waar eldorado voor ons schooljongens.
Oom Jacob was nummer 8, geboren op 17 februari 1909. Hij was de laatste die trouwde. De meeste Slingerlands trouwden jong. Moeder was 21 en in ieder geval Tante Co en Oom Maarten waren jonger toen ze trouwden. Er waren twee uitzonderingen, Oom Cornelis en Oom Jaap, die allebei 29 jaar waren toen ze trouwden. Ik herinner me nog dat ik dacht dat toen Oom Jaap op zijn 29e trouwde het niet veel zin meer had, maar ik ben zelf ook op mijn 29e getrouwd. Het was in 1936 of 37 dus ik was toen waarschijnlijk 9 of 10 jaar oud. Oom Jaap was niet erg sterk. Hij had een lichte bult op zijn rug en was eerst niet van plan om het boerenvak in te gaan, maar werkte een aantal jaren als ziekenbroeder in een christelijke psychiatrische inrichting. Later veranderde hij plotseling van gedachten en nam Opa’s boerderij over. Hij was de vierde Jacob Slingerland die deze boerderij bezat. Later nam zijn zoon Jacob het over en nu is de zoon van mijn neef, de 6th Jacob Slingerland, eigenaar van de boerderij. Oom Jaap trouwde met Maria van der Spek die geboren was op 3 mei 1920. Ze kregen 13 kinderen. Tante Marie overleed 16 augustus 1978 op 68 jarige leeftijd en Oom Jaap overleed 10 juli 1995 op 86 jarige leeftijd. Hij was meer dan 17 jaar weduwnaar. Hij trouwde bijna een tweede keer met een vrouw die ongeveer 20 jaar jonger was en met wie ik naar school ging. Ze was een paar jaar jonger dan ik. Kort voor de bruiloft vertelden een paar van de kinderen haar dat ze erg boos waren over dit tweede huwelijk en toen veranderde ze van gedachten. Oom Jaap is de vijfde op de achterste rij achter Opa.
Oom Teunis is de 9th , geboren op 8 november 1910. Hij trouwde met Marrigje Anker, een andere lokale boerendochter. Zij werd geboren op 10 maart 1911. Ik herinner me de bruiloft en moet in groep 1 of 2 hebben gezeten. Hij is de 3rd op de achterste rij naast Oma de Jong. Hij was een van mijn lievelingsooms en ik heb er veel tijd doorgebracht. Ze huurden een boerderij in Zuidbroek, een deel van Bergambacht, vlakbij Berkenwoude. Later kocht hij in het begin van de oorlog nog wat extra akkers in de buurt. De tweede zoon, Arie, speelde met lucifers en de hele boerderij brandde uit. Waarschijnlijk in november, want net de dag ervoor was al het vee naar binnen gebracht. Er was een Duitse soldaat gelegerd. Hij was een boerenzoon en had hen een handje geholpen met het naar binnen brengen en vastbinden van het vee. Met zijn hulp konden ze al het vee op tijd naar buiten krijgen. Het huurcontract liep de volgende lente af, maar hij kon het niet opnieuw verlengen omdat de eigenaar erg boos was over de brand. Hij kocht toen een kleine boerderij van een andere buurman, bouwde een extra schuur en met de velden die hij bezat had hij nog steeds een redelijk mooie boerderij. De eigenaar van de boerderij maakte er een heel gedoe van om de nieuwe boerderij te onteigenen en probeerde zelfs de velden te krijgen die niet van hem waren. Gelukkig had hij geen succes. Ze kregen zeven kinderen. Oom Teunis overleed op 10 oktober 1967 op 56-jarige leeftijd aan maagkanker. Tante Marrigje stierf in 2001 of 2002. Ze was 90 jaar oud en al 34 jaar weduwe. Ze was nogal zwaar en zat jarenlang in een rolstoel.
Tante Cor en Oom Marinus De tweeling was de volgende, geboren op 11 juli 1912. Tante Cor werd als eerste geboren. Ik geloof dat ze in 1936 trouwde met Leendert Both die op 15 september 1909 geboren was. Hij was een plaatselijke boerenzoon maar werd politieagent in Schierdam tot zijn pensioen. Ongeveer 5 jaar geleden verhuisden ze naar een seniorenflat in Gouda om dichter bij de kinderen te zijn. Kort na zijn verhuizing kreeg Oom Leendert Alzheimer en werd hij behoorlijk strijdlustig en moest hij in een instelling vlakbij gaan wonen. Ruim 3 jaar lang liep Tante Cor elke dag van ongeveer 11 uur ‘s ochtends tot 6 uur ‘s avonds langs om hem twee keer per dag eten te geven. Na 1 ½ jaar viel hij en brak zijn been en kon nooit meer lopen en moest vastgebonden worden in zijn stoel. Hij kon zijn handicap niet accepteren en was geen gemakkelijke patiënt. Ik was van plan hem te bezoeken vlak voordat ik naar Noorwegen ging (juni 2003), maar die dag kreeg hij een beroerte en hij stierf terwijl ik in Scandinavië was. Hij was bijna 93 jaar oud. Ik bezocht Tante Cor toen ik weer in Nederland was. Ze is nog steeds in goede gezondheid, ze slaagt erin om voor zichzelf te zorgen en haar huis netjes te houden. Ze is nu 90 jaar oud. Ze is de 3rd op de voorste rij die gedeeltelijk op Opa’s stoel zit. Ze hadden 4 kinderen. Tante Cor overleed op 18 december 2010.
De andere van de tweeling was Oom Marinus (Rien). Hij trouwde ongeveer in dezelfde tijd en was zijn hele leven boer en pachtte drie verschillende boerderijen. Oom Jaap heeft jaren voor hem gewerkt. De tweede plaats waar ze woonden was in Beyerse vlakbij Van Bommel en daar ontmoette Oom Jaap Tante Riek. Oom Rien is de tweede van rechts op de achterste rij. Tussen Tante Ger en Tante Heilgje. Hij trouwde met Cornelia Markus, een zus van Oom Huig. Zij werd geboren op 16 november 1912. Ze kregen 7 kinderen. Oom Rien overleed 29 juli 1980 aan maagkanker op 68-jarige leeftijd. Hij was de vierde van de familie die aan maagkanker stierf. Tante Cornelia overleed 20 juli 1998 op de leeftijd van 85 jaar.
Oom Wim (Willem) was de 12e van in het gezin. Hij was een zeer vriendelijke en humoristische man. Hij trouwde met Marie Visser, een boerendochter uit Moordrecht op ongeveer een uur fietsen van Berkenwoude. Zij werd geboren op 30 mei 1916. Oom Wim werd geboren op 27 november 1914. Toen ze trouwden verhuisden ze naar een huis in de buurt en bleven op de boerderij werken met de plannen om de boerderij later over te nemen. Toen Oom Jaap plotseling besloot dat hij wilde boeren besloten ze Oom Jaap en Oom Wim de boerderij te laten delen. Opa ging met pensioen en verhuisde naar een ander huis met Tante Ju en haar familie omdat zij nog thuis waren en bij hem woonden. Oom Jaap trouwde en trok in de boerderij. De broers waren heel verschillend van karakter. Oom Wim, de vrolijke, en Oom Jaap, de meest plechtige van de Slingerlands. Ik weet niet precies hoe het gegaan is, maar na 3 of 4 jaar stapte Oom Wim eruit. Hij verhuisde naar Moordrecht en kocht een melkhandel, waar hij huis-aan-huis melk en melkproducten verkocht. Hij had ook een klein weiland met een paar koeien. Dat was een leuke zaak voor een vriendelijke man die graag mensen ontmoette.
In zijn vrije tijd ving hij mollen. In ons gebied, dat volledig uit veen bestond, waren mollen een echt probleem en ze vermenigvuldigden zich snel. Als ze niet onder controle werden gehouden, konden ze de weilanden en het hooiland behoorlijk verwoesten. Toen we jong waren, was het niet zo’n groot probleem. Er waren altijd genoeg mensen bereid om mollen te vangen, want in die tijd waren de huiden genoeg waard om wat extra geld te verdienen. Nu loont het niet meer om de huiden te prepareren en betalen boeren iemand om de mollenpopulatie onder controle te houden. Oom Wim is al jaren met pensioen maar houdt nog steeds van mollen vangen. Hij ging graag door het land en is een echte buitenmens. Nu maakt hij alleen de huiden klaar van degenen die een andere kleur hebben. Hij liet me een albino zien, een bruine, een beige en nog een paar andere. Ik bezocht hem deze zomer (2003). Hij is nu 88 jaar oud, nog steeds in goede gezondheid en nog steeds een gelukkig man. Ze hadden negen kinderen. Van de oudste heb ik er maar een paar gekend. Tante Marie stierf 19 augustus 1996 op 80-jarige leeftijd. Jarenlang leed ze aan een slecht gezichtsvermogen en op het laatst was ze volledig blind. Oom Willem overleed 7 september 2011.
Oom Maarten was de jongste, geboren op 10 mei 1917. Hij hielp meestal Oom Cornelis Suijker. Na de dood van Oom Cor runde hij de boerderij en nam die later over. Daar ontmoette hij Gonda Verduijn, de oudste dochter van vaders oudste zus. Zij boerden toen in Nieuwerkerk. Ze trouwden heel jong, dus van een nicht werd ze een tante. Beiden waren familie van ons, maar niet van elkaar. Ze kregen 15 kinderen, waarvan er één heel jong stierf. Ze boerden daar tot kort na de oorlog maar moesten tijdens de oorlog een paar jaar verhuizen naar Berkenwoude omdat hun polder, vlakbij Rotterdam, een paar jaar onder water stond. Na de oorlog verhuisden ze terug omdat de gebouwen die op hoger gelegen grond stonden niet beschadigd waren.
Het was niet gemakkelijk om die velden weer in productie te brengen. Na een paar jaar stopten ze met boeren en verhuisden ze naar Ermelo in Gelderland waar ze een kippenbroederij hadden gekocht. Dit was niet al te succesvol en omdat Oom Cornelis het vrij goed deed in Alberta, besloten ze ook te emigreren en verhuisden ze in 1956 naar Canada. Al hun kinderen zijn nu getrouwd. De meesten wonen nog steeds in Alberta. Een paar zijn naar British Columbia verhuisd en de op één na oudste, Janny, is later terug naar Nederland verhuisd en met een weduwnaar getrouwd. Oom Maarten en Tante Gonda zijn nu allebei 85 jaar oud en in redelijk goede gezondheid. Oom Maarten overleed op 7 april 2012 en ik geloof dat Tante Gonda nog leeft.
Dit voltooit het gedeelte over de broers en zussen van Oma.
Cor de Jong included more photos (of aunts, uncles and cousins) with this section. They can be found in the PDF version of his memoirs
Leave a Reply